Het achterhuis, door Anne Frank |
Mijn mening
Ik vind het achterhuis een erg mooi boek. Omdat het wat bekender is dan de meeste boeken vind ik het leuk om te lezen en ook erg spannend. Het is een waargebeurd verhaal en dat spreekt mij sowieso al erg aan. Ook omdat Anne een tienermeisje is net als ik, vind ik het indrukwekkend om te lezen hoe het leven voor zo’n meisje in die tijd was. Doordat ik me goed in haar kan verplaatsen is het boek ook beter te begrijpen.
Vergeleken met mijn andere boek, de kleine blonde dood, krijgt deze toch wel mijn voorkeur.
Samenvatting
Anne Frank, een Duits joods meisje, is met haar ouders en zus naar Amsterdam gevlucht. In 1942, op haar dertiende verjaardag, krijgt ze een dagboek cadeau. Op deze dag schrijft ze voor het eerst in het boek. Ze verslaat haar belevenissen in de vorm van brieven die ze aan een denkbeeldige vriendin, Kitty, schrijft. In de eerste weken na haar verjaardag gaat ze nog naar het joods Lyceum in Amsterdam, maar al snel moet ze, samen met haar familie, onderduiken. Ze betrekken het achterhuis van het kantoorpand, waarin haar vader, Otto Frank, heeft gewerkt. Door middel van een boekenkast worden ze van de buitenwereld afgesloten. Het werk in het kantoor gaat gewoon door, dus de onderduikers moeten overdag muisstil zijn. Zo mag de wc niet doorgetrokken worden.
Na een week komt de familie Daans (hun werkelijke naam is Van Pels) bij hen inwonen. Vier maanden later volgt Pfeffer, een tandarts, die in werkelijkheid Albert Dussel heet. Anne moet haar kamer met hem delen, maar ze vindt hem helemaal niet aardig. Via de radio, die ze 's avonds beluisteren, horen ze berichten over het verloop van de oorlog. De spanning is te snijden met zoveel mensen in zo'n kleine ruimte en Anne heeft vaak ruzie met haar moeder en mevrouw Daans. De enigen met wie Anne kan praten zijn haar vader en Peter Daans.
Een aantal mensen van het kantoor voorzien de onderduikers van eten en boeken. De echte namen van deze helpers zijn Anne niet bekend: meneer Kleiman is voor haar meneer Koophuis, meneer Kugler wordt Kraler genoemd. Dan zijn er nog de dames Miep Gies, die Miep van Santen wordt genoemd, en Bep Voskuijl, voor de onderduikers Elli Vossen.
Op 4 augustus 1944 vallen de Duitsers het pand binnen. Het achterhuis wordt ontdekt en alle bewoners worden gearresteerd. Zij worden via Westerbork naar Auschwitz vervoerd en wanneer de Russen dat kamp naderen, worden Anne en Margot naar Bergen-Belsen overgebracht. Twee maanden voor de bevrijding van dat kamp, sterven ze beiden aan tyfus. Van alle onderduikers overleeft alleen Otto Frank de concentratiekampen. Kleiman en Kugler, die ook opgepakt zijn en in Nederlandse kampen zijn ondergebracht, keren na de oorlog terug naar Amsterdam.
Bron: scholieren.com
Opdracht
Het einde van ‘Het Achterhuis’ is natuurlijk wereldberoemd en heel treurig. Natuurlijk had iedereen graag een ander einde gewild, en daarom heb ik de opdracht gekozen om een ander einde te schrijven.
De onderduikers werden op 4 augustus 1944 ontdekt en afgevoerd naar concentratiekampen. Margot en Anne werden samen afgevoerd naar Bergen-Belsen. Waar ze 2 maanden voor de bevrijding van dit kamp stierven aan tyfus. Wat nou als ze niet waren verraadden? Wat als ze tot 5 mei 1945 in het achterhuis waren gebleven?
Zaterdag, 5 mei 1945
Lieve Kitty,
Mijn excuses dat ik niet in je heb geschreven voor zo’n lange tijd. Ik was je kwijtgeraakt! Ik vond je bij het inpakken van mijn koffertje terug onder het ledikant van Dussel. Ik had je zeer waarschijnlijk daar laten vallen. Je zal nooit geloven waarom ik mijn koffertje pakte. Deze middag, onder het genot van een kopje thee, luisterden vader, Margot en ik naar Radio Oranje. ‘Landgenoten, Nederland is vrij. Veldmaarschalk Montgomery heeft aan generaal Eisenhower medegedeeld dat alle Duitse strijdkrachten in Nederland hebben gecapituleerd.’ Het was eindelijk mogelijk het achterhuis, waar ik na deze lange tijd wel de pé aan heb gekregen, te verlaten. Gisteren was ik nog zeer bang. Miep had al dagen niks van zich laten horen en op Radio Oranje waren al berichten dat het einde van de oorlog nabij was. Van mevrouw Van Daan mocht ik niet over na de oorlog speculeren, zei ze tijdens een schaars ontbijtje, omdat het nog helemaal niet zeker was of het einde van de oorlog al in zicht was. Peter en ik hebben de overige tijd van de dag besteed aan lezen op de vliering. Ik las ‘De klop op de deur’ van Klaziena Boudier-Bakker en wat Peter las, was voor mij niet duidelijk. Die avond hoorden we geklop op de boekenkast en waren zeer bang en vreesden voor het ergste. Het bleek echter Miep te zijn met haar verontschuldigingen omdat ze zolang niets van zich had laten horen. Ze zei aan ons dat in Wageningen de geallieerden met de Duitse bezettende militairen op het punt stonden tot een overgave overeen te komen. De bevrijding was inderdaad nabij! Zodanig dat wij de volgende dag al het achterhuis konden verlaten. Na het prachtige moment dat meneer Van Daan de kast naar achteren schoof, renden we joelend de straat op en overal waar we zagen, daar waren Nederlandse vlaggen. ‘Kop op, houd goede moed, er komen ook weer andere tijden!’ Mijn dank is groot dat de andere tijden zijn aangebroken en dat we ons weer zonder Jodenster naar buiten kunnen laten. Vader, moeder, Margot en ik zijn nu tijdelijk bij familie van Daan ingetrokken, totdat we een eigen onderkomen hebben gevonden. Ons huis was namelijk al verkocht aan een andere familie. Vader is de straat op om de bevrijding te vieren. Ik mag echter het huis niet verlaten. Daarom heb ik even tijd kunnen maken om deze feestelijke gebeurtenis met jou te delen. Nu we eindelijk bevrijd zijn, wat ik nooit had durven dromen, denk ik na over mijn toekomst. Ik denk dat ik in Amsterdam wil blijven en een eigen uitgeverij wil beginnen. Ook zou ik mijn dagboek willen publiceren en het net zo’n groot succes willen maken net als ‘De klop op de deur’, zodat mijn tijd in de oorlog het waard was en niet alles voor niets was.
Je Anne M. Frank
Geen opmerkingen:
Een reactie posten