Sonny Boy, geschreven door Annejet van der Zijl. |
Mijn mening
Ik vind Sonny boy een super mooi boek, omdat het waar gebeurd is, grijpt het me extra aan. Het verhaal is erg zielig, maar niet overdreven, gelukkig. Ik heb ook weer heel veel over het vroegere leven in Suriname en de Tweede Wereldoorlog geleerd.
Ik vond het boek makkelijk lezen, en sommige dingen grepen me wel aan. Ik vond het bijzonder om te lezen hoe er bijvoorbeeld tegen zwarte mensen aan werd gekeken in die tijd. En ik vond het mooi om te lezen hoe er telkens weer moed en hoop werd gehouden in een liefde die niet werd geaccepteerd.
Aan de ene kant vond ik het wel jammer dat het niet echt een verhaal was. Er zat natuurlijk wel een beetje verhaal in, maar het is was meer ook historische feiten, en een biografie. Maar aan de andere kant gaf dat juist ook weer iets speciaals, iets wat ook weer leuk is om te lezen.
Samen met het achterhuis vindt ik dit een van de leukste boeken die ik tot nu toe gelezen heb.
Mijn top 3:
1. Sonny boy
2. Het achterhuis
3. De kleine blonde dood
Samenvatting
In de proloog wordt Waldemar geïntroduceerd. Het is een Surinaamse jongen die in Suriname woont. Het is op dat moment 1923 en Waldemar houdt er ontzettend van om in de Surinamerivier te zwemen.
In 1928 kijkt Rika Hagenaar-van der Lans terug op haar leven. Op dat moment is ze net weggegaan bij haar echtgenoot, Willem Hagenaar.
Ze komt uit de streng katholieke familie Van der Lans en ze is een knappe meid. Op 16 jarige leeftijd werd ze verliefd op Willem, die protestants was opgevoed. Dit leidde toch hevig verzet bij de familie, maar uiteindelijk gaven ze toe aan de liefde van Rika voor Willem. Ze gaven zelfs toestemming voor een huwelijk, dat dan ook plaatsvond. Ze hebben een erg goed leven in Den Bosch en krijgen 4 kinderen. Willem, Lamertina, Jan en Henk Maar dan moet Willem voor zijn werk verhuizen naar Goedereede, een klein plaatsje op een eiland in Zuid-Holland. De overgang is groot van het vrije Den Bosch naar het boerendorp. Rika probeert zich aan te passen aan de situatie, maar dit lukt niet. Dit leidt tot ruzies met Willem waarbij hij haar zelfs zal slaan en uiteindelijk besluit ze te vluchten naar haar familie in Den Haag.
Ze gaat bij haar zus Jo wonen en ook haar kinderen trekken in. Rika is inmiddels al bijna 40. Ze besluit om voor de kost een pension op te zetten. Al vrij gauw komt er een eerste klant. Het is de 20 jarige Waldemar, afkomstig uit Suriname.
Ze kan al snel erg goed opschieten met Waldemar en ook de kinderen kunnen goed overweg met deze exotische man. Maar als blijkt dat Waldemar en Rika een relatie hebben, voelen 2 van de kinderen (Willem en Jan) zich verraden en vluchten naar hun vader in Goedereede. Hij is razend als hij hoort dat zijn ex-vrouw een relatie heeft met een neger. Hij probeert alle kinderen op te eisen, wat hem met juridische dreiging en advocaten ook lukt. Ze mogen dan ook geen contact meer met hun moeder hebben. Een zwaar verlies voor Rika. Ze stuurt haar kinderen elke week brieven en cadeautjes.
In 1929 bevalt Rika van een zoon, Waldy genaamd. Ze geven hem de bijnaam ‘Sonny Boy’. Rika en Waldemar zijn blij, maar andere mensen niet. Haar familie en vrienden willen niets meer met haar te maken hebben; terwijl ze officieel nog getrouwd was met Willem, heeft ze een kind van een neger gekregen! Een ware schande!
Toch zijn Rika en Waldemar gelukkig, hoewel ze het ook financieel niet gemakkelijk hebben. Rika is de rijkdom met Willem nog gewend, terwijl ze nu keihard moet werken voor het geld. Ze betaalt ook Waldemars studie, die uiteindelijk ook afstudeert en een baan vindt.
Dan verhuizen ze naar Scheveningen, waar Rika opnieuw een pension start, genaamd pension Walda. Ditmaal is het een groots succes. Vanwege haar hartelijkheid en goede kookkunsten staan er slechts lovende woorden in het gastenboek. Er komen steeds meer gasten en het gaat ze voor de wind, totdat de oorlog uitbreekt in 1940.
Aanvankelijk zijn de gevolgen niet zo groot, behalve dan dat er regelmatig Duitse soldaten in het pension overnachten. Deze zijn ook zeker niet onvriendelijk en Rika maakt zich daarom niet zoveel zorgen om de oorlog. Maar dan komt het bericht dat van Scheveningen één grote verdedigingsvestiging gemaakt wordt. Rika krijgt een nieuw huis, waarin ze o.a. (Joodse) onderduikers gaat opvangen, op aandringen van verzetsman Kees Chardon. Aanvankelijk vooral vanwege het geld wat het oplevert, maar later puur uit liefde en zorg voor de bedreigde mensen. Rika is echter niet heel erg voorzichtig.
Op een dag worden ze verraden en ze belanden in de gevangenis. In de gevangenis zijn ze 7 jaar getrouwd. Rika wordt ondervraagd door de uiterst beruchte NSB’er Kapteit, die later zelf de doodstraf zou krijgen. Ze wordt veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens ‘Judenhilfe’. Ze wordt overgeplaatst naar het als tamelijk gunstig bekendstaande kamp Vught. De omstandigheden zijn hier niet onmenselijk en ook Waldemar en Kees Chardon bevinden zich in dit kamp, zij het op de mannenafdeling. Toch krijgt ze hier Waldemar nog voor een laatste keer te zien.
Dan worden ze getransporteerd naar verschillende Duitse kampen. Rika komt terug in het Duitse kamp Ravensbrück. Ze dacht dat het er ook nog wel te doen zou zijn, maar niets is minder waar. Het is er zwaar overbevolkt, er heersen ziektes en het is er een complete chaos. Contact met het thuisfront d.m.v. brieven zit er ook niet meer in. Als er dysenterie uitbreekt, is Rika één van de zieken. Ze wordt apart gezet en overlijdt. Waldemar zal het langer uithouden, zo blijkt later.
Het gaat niet goed met Sonny Boy. Nederland is op dat moment al bevrijd. Eerst had Sonny Boy bij zijn grootouders gewoond, maar die konden de zorg niet meer aan. Vervolgens was hij naar zijn favoriete tante Jo gegaan. Hij had via het Rode Kruis gehoord wat er met zijn moeder is gebeurd en over zijn vader wist hij aanvankelijk nog niets. Hij had grote psychische problemen en psychologen raadden hem aan om zijn leven op te schrijven. Dit lukt hem echter niet. Hij gaat studeren en trouwt, maar het huwelijk mislukt.
Dan wordt er in de epiloog verteld over Waldemar. Het is op dat moment 3 mei 1945, bijna het einde van de oorlog. Waldemar is aan de gruwelijkheden van het gevangenkamp ontsnapt en bevindt zich op een cruiseschip, waar alle gevangen opgezet waren. Uitgerekend door een Amerikaanse bommenwerper wordt het schip gebombardeerd. Waldemar heeft de keuze tussen aan boord blijven en zwemmen. Hij kiest, als fervente zwemmer, voor het laatste. Hij haalt zelfs de oever maar daar aangekomen wordt hij door panikerende Duitse soldaten doodgeschoten.
”Bloed mengde zich met ijskoud water, maar Waldemar voelde al geen pijn meer. Hij wiegde op de golven, en de zee spoelde alle vuil en ellende van hem af. Het water was zijn vriend, zoals het dat altijd was geweest”
bron: www.scholieren.com
opdracht
als eindopdracht heb ik een mindmap gekozen. Hierin heb ik belangrijke gebeurtenissen, personen en bedoelingen uit het boek verwerkt.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten